Overslaan en naar de inhoud gaan
project

Toxinegenen

Probleemstelling

Zwemvijvers bieden elke zomer verfrissing aan vele zwemmers tijdens warme dagen. In dit water komen echter regelmatig blauwalgen tot ontwikkeling (zie ook onderzoeksproject "Detectie van Blauwalgen", 2020-2021). Indien deze blauwalgen of cyanobacteriën toxische stoffen produceren is de veiligheid van de zwemmers niet gewaarborgd. Het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) controleert momenteel het zwemwater op de aan- of afwezigheid van blauwalgen d.m.v. microscopische technieken. Echter, de aanwezigheid van blauwalgen in het zwemwater toont niet aan dat er schadelijke toxines zijn. Niet alle blauwalgen soorten produceren immers toxines en indien deze toxines afwezig zijn houden de blauwalgen bijgevolg geen gezondheidsrisico’s in voor mens en dier. Door de opsporing van toxinegenen in blauwalgen in het zwemwater kunnen de gezondheidsrisico’s beter voorspeld worden.

Onderzoeksdoel

Via het onderzoeksproject Toxinegenen in zwemwater willen we achterhalen of toxinegenen opgepikt kunnen worden in Antwerps zwemwater. We gaan hiervoor verschillende waterstalen screenen op blauwalgen. Positieve blauwalg-stalen worden vervolgens getest op de aanwezigheid van verschillende toxine targets waaronder microcystin. 

Een manier om de aanwezigheid van toxine targets na te gaan is dmv qPCR methode (quantitative polymerase chain reaction). Dit is een nauwkeurige detectie methode waarbij een specifiek stuk DNA vermenigvuldigd wordt. Om tot kwantificatie te komen kan een standaardcurve opgesteld worden van elk toxinegen waarbij de concentratie van het DNA gekend is. 

In het onderzoek zullen volgende twee onderzoeksvragen centraal staan:

  • Kunnen de verschillende toxinegenen aangetoond worden in cyanobacterie-positieve stalen?
  • Kunnen standaardcurves voor verschillende toxinegenen opgesteld worden om de concentratie te bepalen van de eventueel aanwezige toxines?
Methodologie

Met het oog op het beantwoorden van de onderzoeksvragen zullen protocols ontwikkeld en geoptimaliseerd worden voor de bepaling van toxinegenen. Ook het monitoren van de waterstalen (o.a. van het Zilvermeer te Mol) gedurende de zomermaanden d.m.v. verschillende parameters (zuurtegraad, microscopie, qPCR) zal uitgevoerd worden.

Waterstalen van de verschillende vijvers in de Provincie Antwerpen zullen onderzocht worden. Specifiek voor het Zilvermeer te Mol bekijken we ook het effect van het overpompen van bodem- en oppervlaktewater in het Zilvermeer op de algengroei. De laatste jaren werd door dit overpompen het water minder zuur in het meer. Dit zou een effect kunnen hebben op de algenontwikkeling gedurende het jaar en dus op de toegankelijkheid van het zwemgebied.