Skip to main content
project

Maaltijdbeleving in woonzorgcentra

Zowel in Vlaanderen als in het buitenland groeit de aandacht voor de kwaliteit van zorg in de ouderenzorg. Kaderend in deze beweging van toegenomen aandacht voor het meten en standaardiseren van kwaliteit van leven in de woonzorgcentra (WZC), voerde het departement Management & Communicatie van de AP Hogeschool in opdracht van het OCMW Sint-Niklaas in 2012-2013 een onderzoek uit naar de tevredenheid van de bewoners van 5 woonzorgcentra in Sint-Niklaas t.a.v. de hen aangeboden dienstverlening. Verder bouwend op de kennis en modellen van onder meer het Servqual-model, het Nederlandse CQI-meetinstrument en ‘het Vlaams referentiekader voor integrale kwaliteit van wonen en zorg’ ontwikkelden we een nieuw meetinstrument om de tevredenheid in de ouderenzorgsector te meten. Uit het onderzoek kwam naar voor dat de maaltijdbeleving een zeer belangrijk element vormt in het welbevinden van bewoners. En daarbij werd duidelijk dat zeker niet alleen de kwaliteit van de maaltijden an sich, maar vooral ook het gebeuren daarrond (inrichting van de ruimte, verdeling bewoners over de tafels, omgevingsgeluiden, etc..) een belangrijke rol spelen. We stelden echter vast dat het meetinstrument op de dimensie ‘welbevinden t.a.v. maaltijden en maaltijdgebeuren’ nog te grofmazig was om hier voldoende nauwkeurig inzicht te krijgen.

In dit onderzoek wensen we daarom een apart meetinstrument te  ontwikkelen dat gedetailleerder peilt naar het welbevinden omtrent maaltijden en het maaltijdgebeuren van ouderen in residentiële settings. Dit nieuwe meetinstrument wordt uitgetest in eenzelfde setting dan het vorige onderzoek, met name de woonzorgcentra van het OCMW te Sint-Niklaas. 

We zoeken een antwoord op de vraag: ‘Welke elementen dragen bij tot een optimale maaltijdbeleving bij ouderen in een residentiële setting?’ Hiervoor ontwikkelen we een gestructureerde vragenlijst die onder meer betrekking heeft op volgende aspecten: kwaliteit van de maaltijden (smaak, geur, variatie, ..), de organisatie van de maaltijden (plaats, tijdstip) en de sociale aspecten van het maaltijdgebeuren (bediening, hulp aan tafel, sfeer).  De vragenlijst zal afgenomen worden bij een representatieve steekproef van bewoners van de WZC van Sint-Niklaas en dit zowel face-to-face (bewoners zonder dementieproblematiek) alsook schriftelijk (mantelzorgers van bewoners met dementieproblematiek).  Doel is evenwel om te komen tot een  meet-instrument dat ook in andere woonzorgcentra (en mogelijk ook andere residentiële settings voor ouderen) kan gebruikt worden om meer inzicht te krijgen in de mogelijke pijnpunten met betrekking tot de maaltijdbeleving bij ouderen.

De inzichten en aanbevelingen uit het onderzoek kunnen van belang zijn voor twee belangrijke problemen die zich stellen in woonzorgcentra:

  • Ondervoeding. Bij de meeste ouderen  verminderen de reuk- en smaakzin waardoor de zin om te eten afneemt. De kwaliteit van de maaltijden is daarom belangrijk, maar het is minstens even belangrijk om ervoor te zorgen dat de sfeer en de omgeving uitnodigen tot eten. De inzichten van het onderzoek zullen hier mogelijk handvatten kunnen aanreiken.
  • Isolement/vereenzaming. Uit de vorige bevraging kwam naar voor dat sommige bewoners niet in de leefgroep eten waardoor ze weinig contact hebben met hun medebewoners. Dit onderzoek kan meer inzicht verwerven in de elementen van sfeer en omkadering die ouderen wel kunnen doen besluiten om in de leefgroep te eten.