Overslaan en naar de inhoud gaan

Lemo & Leercoaching

Studenten in computerlokaal

Van het hoger onderwijs wordt verwacht dat het ook de nodige leercompetenties bijbrengt. Bovendien zijn motivatie en leren significante en beïnvloedbare voorspellers voor succes in het hoger onderwijs. De Leerstrategieën- en Motivatievragenlijst (Lemo) diagnosticeert de leercompetenties en motivationele drijfveren van studenten aan de hand van drie wetenschappelijke kaders: het leerpatronenmodel (Vermunt & Vermetten, 2004), de zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2000) en het model rond zelfeffectiviteit (Pajares, 1996).

Ervaring met de Lemo en studies (bv. Donche & Van Petegem, 2008) wijzen uit dat het instrument nog kan worden verbeterd. Bovendien hangt de impact van het instrument ook af van de kwaliteit van begeleidingsinitiatieven die er op volgen (Vanthournout et al., 2011). Scholen en docenten vragen zich echter af: hoe kunnen wij studenten coachen in hun leercompetenties en motivatie met behulp van de Lemo.

Het project beoogt daarom volgende twee onderzoeksvragen te beantwoorden:

  1. Hoe kunnen we de validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de Lemo verbeteren?
  2. Hoe kunnen we de motivatie en leercompetenties van eerstejaarsstudenten beter ondersteunen via leercoachingsinitiatieven m.b.v. Lemo?

De eerste 2 jaren richten we ons op de eerste vraag. Op basis van focusgroepen (N=8) krijgen we zicht op de verbeterpunten van de Lemo. Deze informatie, statistische informatie uit eerdere studies en consultatie van gelijkaardige instrumenten, laat toe de items uit Lemo te herwerken. Co-creatieteams (N=2) herwerken de feedbackrapporten. De kwaliteit van het resultaat wordt getoetst via een valideringsstudie bij eerstejaarsstudenten (N>1000), via feedback bij de deelnemers aan de focusgroepen en een expertpanel.

De laatste 2 jaren zetten we ontwerponderzoek op rond leercoaching. Vier ‘teacher design teams’ ontwikkelen, implementeren en herwerken initiatieven voor hun eigen leeromgeving. De kwaliteit hiervan wordt getoetst via een gebruikersonderzoek. Gesprekken met teamleden laten toe om meer algemene principes te destilleren.