Dit project versterkt de inclusieve overgang van kinderopvang naar kleuteronderwijs door samenwerking tussen beide sectoren te verbeteren en de rol van opvangpersoneel, inclusiecoaches en kleuterleerkrachten te versterken. De resultaten leveren concrete input voor beleid, met impact op de implementatie van het decreet ‘Vroeg en Nabij’ en de verdere uitbouw van inclusiecoaching, wat bijdraagt aan een meer inclusieve en afgestemde ondersteuning voor jonge kinderen met specifieke noden.
Probleemstelling
In Vlaanderen kan elke kinderopvang inclusief werken, ondersteund via subsidies en Centra Inclusieve Kinderopvang (CIK). Toch is de overgang van opvang naar kleuteronderwijs voor kinderen met specifieke ondersteuningsnoden vaak problematisch door een gebrek aan continuïteit en samenwerking. Ouders ervaren deze transitie als onzeker en vrezen dat hun kind niet welkom zal zijn in het reguliere kleuteronderwijs, wat leidt tot terughoudendheid in het delen van ondersteuningsbehoeften.
Inclusiecoaches zijn sleutelfiguren in dit proces, maar hun werking wordt beperkt door een gebrek aan tijd, middelen en structurele afstemming met scholen. Hierdoor krijgen inspanningen uit de opvang vaak geen vervolg in de kleuterklas, met als gevolg dat kinderen uitvallen, thuisblijven of terugkeren naar de opvang en zo belangrijke ontwikkelingskansen missen.
Onderzoeksvragen
Hoe kunnen we de continuïteit van inclusieve zorg en ondersteuning voor kinderen met extra zorg- en ondersteuningsnoden waarborgen bij de overgang van inclusieve kinderopvang naar het kleuteronderwijs?
- Hoe verloopt de transitie van inclusieve kinderopvang naar het kleuteronderwijs in Vlaanderen?
- Hoe zit transitie in de opdracht van inclusiecoaches of ander personeel?
- Wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren in de transitie?
- Wat is hierin goede praktijk?
- Welke tools, methodieken, betrokkenen faciliteren goede praktijk?
- Waar komen kinderen met extra zorg- en ondersteuningsnoden terecht na hun verblijf in de inclusieve kinderopvang en hoe beleven ouders dat?
- Hoe kunnen we leren van internationale voorbeelden?
Onderzoeksmethode
Het project hanteert een multimethodische aanpak om de transitie van inclusieve kinderopvang naar kleuteronderwijs in kaart te brengen:
- Via literatuur- en deskresearch worden bestaande inzichten, tools en werkwijzen verzameld rond inclusie en warme overdracht;
- Een kwantitatieve bevraging peilt naar de rol en ervaringen van professionals zoals inclusiecoaches, pedagogische coaches en verantwoordelijken in de kinderopvang. De resultaten worden geanalyseerd via beschrijvende statistiek en gevalideerd in twee heterogeen samengestelde focusgroepen;
- Daarnaast wordt via casuïstiek het transitieproces van 15 kinderen uit verschillende opvangtypes diepgaand onderzocht. Ouders en opvangprofessionals brengen wensen, verwachtingen, kritische momenten en ervaringen in kaart;
- De kwalitatieve analyse gebeurt via cross-case analyse, waarbij terugkerende patronen en contextfactoren worden geïdentificeerd. Op basis hiervan worden type-casussen of persona’s opgesteld die de diversiteit in transitieprocessen weerspiegelen.
Verwachte resultaten
- Academische en werkveldgerichte publicaties betreffende data over taakinvulling en transitieproces
- Casussen en persona
- Studiedag

