Denk je eraan om leraar te worden? Of je nu wil lesgeven in het kleuteronderwijs, lager of secundair onderwijs, je bent ongetwijfeld al met een of meerdere van onderstaande mythes geconfronteerd. Tijd om ze onder de loep te nemen, en de waarheden voor eens en voor altijd van de leugens te onderscheiden!
1. Je moet heel zelfzeker zijn om leerkracht te worden
FOUT. Voor de klas staan, is zeker niet enkel weggelegd voor de vlotste en meest zelfzekere onder ons. Een straffe leerkracht heeft vooral de juiste didactische methodes in de vingers. En die leer je uitgebreid tijdens de lerarenopleiding. Een klas onder controle houden, lijkt je nu misschien een uitdaging, maar net zoals bij een ander beroep leer je gaandeweg de kneepjes van het vak. De vele uren stage en praktijkopdrachten zijn je leerproces.
Daarnaast besteed je tijdens je opleiding ook veel aandacht aan je persoonlijke groei. Je gaat aan de slag met je sterktes én je zwaktes. Aan het eind van de rit studeer je af als lesgever die sterk in zijn schoenen staat, op jouw manier.
2. Beginnende leerkrachten vinden moeilijk een vaste aanstelling
FOUT/NIET FOUT. Het klopt dat het voor startende leerkrachten niet altijd eenvoudig is om hun weg te vinden. Ze komen vaker terecht in tijdelijke of deeltijdse aanstellingen, waardoor ze soms afhaken. Erg jammer natuurlijk! De overheid heeft dit ook opgemerkt en levert extra inspanningen om starters in het onderwijs te ondersteunen. Zo lanceerde die recent het lerarenplatform, een samenwerking met scholen die beginnende leerkrachten een volledig jaar een voltijdse aanstelling garandeert, binnen dezelfde scholengroep. Alle scholen uit het basisonderwijs nemen deel, en een derde van de scholen secundair onderwijs.
Ook zien we het tekort aan leerkrachten de laatste jaren toenemen. Dat is goed nieuws voor jouw werkzekerheid wanneer je afstudeert. Vooral in grootstedelijke gebieden zoals Antwerpen zal er als leraar altijd werk te vinden zijn.
Bovendien is het niet enkel negatief als je je loopbaan start met tijdelijke opdrachten. Het geeft je de kans om verschillende werkomgevingen uit te proberen en te ontdekken welke onderwijsbenaderingen je wel of niet liggen, voor je tekent voor die ene droomjob.
3. Je mag niet in alle onderwijsnetten lesgeven met eender welk diploma
FOUT. Elk lerarendiploma dat je behaalt aan een hogeschool of universiteit geeft je de bevoegdheid om les te geven in alle onderwijsnetten van het Vlaamse onderwijs.
In het confessioneel vrij basisonderwijs, zoals het Katholiek Onderwijs, kan er wel verwacht worden dat je als juf of meester ook levensbeschouwelijke vakken (religie) geeft. Maar tegenwoordig stappen scholen hier vaker vanaf, bijvoorbeeld door het vak uit te besteden aan een godsdienstleraar.
4. In een lerarenopleiding moet je wel heel creatief zijn
FOUT. Niet iedereen die in het onderwijs aan de slag gaat, is creatief aangelegd. Het klopt dat een dosis creativiteit, zeker in het basisonderwijs, je wel van pas komt. Maar geen paniek, want ook dat kan je leren. Met wat fantasie kom je al een heel eind. Tijdens je opleiding krijg je de nodige tools en tips aangereikt om je creatieve knobbel te vergroten. Ten slotte vind je online heel wat hulpmiddelen voor leerkrachten. Er is niets mis mee om bij elkaar inspiratie op te doen. Hallo Pinterest!
5. Leerkrachten zijn kritisch
CORRECT. En daar is wat ons betreft zeker niets mis mee ;-)
Heb jij ook een kritische blik waarmee je de mythes makkelijk doorprikt? Ontdek dan snel hoe jij in 1, 2 of 3 jaar al leraar wordt via AP. Of kom zelf ervaren wat het betekent om leraar te worden tijdens een volgend infomoment. Je stelt je vragen rechtstreeks aan onze leerkrachten-in-spe en pas afgestudeerde leraars. Ontvang niets dan eerlijke antwoorden. Want wij vinden dat elke mythe moet worden doorprikt.