Overslaan en naar de inhoud gaan

Campus klAP: Joyce Loir

podcast campus klap ap hogeschool joyce loir

Joyce Loir (31) coacht studenten in onze lerarenopleiding en werkt als maatschappelijk programmator bij De Roma. Tijdens haar jeugd en studententijd kreeg ze enkele stevige uitdagingen op haar pad. Toch bleef ze in zichzelf geloven. Nu wil ze anderen inspireren om hetzelfde te doen en ijvert ze mee voor meer diversiteit en representatie voor de klas en ver daarbuiten.   

“Mijn jobs lijken anders maar hebben beide maatschappelijke relevantie 

Werkplekbegeleider is eigenlijk een fancy woord voor stagebegeleider. Ik geef geen les op de campus, maar begeleid studenten op hun werkplek. Als ze bijvoorbeeld coaching of bemiddeling nodig hebben, kunnen ze bij mij terecht. 

Naast mijn job bij AP werk ik ook bij De Roma als maatschappelijk programmator. Dat is zelfs eigenlijk mijn hoofdjob. Ik programmeer voorstellingen, lezingen, debatten …, eigenlijk alles wat buiten muziekconcerten valt. Mijn jobs bij AP en De Roma lijken misschien anders, maar liggen eigenlijk wel in dezelfde lijn. Beide hebben een zekere maatschappelijke relevantie.   

“Ik wil anderen graag inspireren en motiveren 

Ik heb een redelijk hobbelig parcours gehad. Mijn vader is vertrokken toen ik vijf was en mijn moeder is overleden toen ik acht was. Daarna heb ik bij mijn grootmoeder gewoond en bij een aantal pleeggezinnen. Toen ik 15 was, ben ik door mijn laatste pleeggezin geadopteerd. Omdat ik al een beetje een rugzak had, liep het thuis niet altijd even makkelijk. Daarom ben ik op mijn 17e alleen gaan wonen in Antwerpen. Ik heb toen eerst een tijdje als kassierster gewerkt. Op zich niets mis mee, maar ik voelde al snel dat dit niet was wat ik voor de rest van mijn leven wilde. Ik had andere ambities.  

In het middelbaar zei een leerkracht ooit tegen mij ‘Jij gaat nooit een diploma halen’. Nu ik puberde stevig (lacht), dus ik kan me wel voorstellen dat het misschien in een opwelling gezegd is. Maar zo één uitspraak als leerkracht of door mensen tout court kan echt wel heel veel invloed hebben. Je blijft zoiets echt onthouden. Het lijkt banaal, maar ik ben het nooit vergeten. Die ervaring is ook wel een van mijn drijfveren geweest om zelf leerkracht te worden: ik wil anderen graag inspireren en motiveren. 

Toen ik de lerarenopleiding volgde, gaven veel medestudenten aan dat ze al van kindsbeen droomden om leerkracht te worden. Dat was bij mij niet. Dromen was niet echt iets dat ik deed. Ik was wat te veel bezig met overleven om te kunnen nadenken over een carrière. Ik heb lang gedacht dat jongeren die weinig kansen of ondersteuning hadden, zoals ik, niet konden dromen. Maar als je iets wil en je gaat er keihard voor, dan is er wél zoveel mogelijk. Ík geloofde er vooral in dat ik kon verder studeren. Misschien niet op hetzelfde tempo als andere studenten, maar ik geloofde in mezelf en eigenlijk is dat wat telt.   

“Je hebt rolmodellen nodig waarin je je kan herkennen 

Iedere puber worstelt sowieso met de zoektocht naar z’n identiteit. Maar bij mij waren er verschillende factoren - ik ben gekleurd, zat in meerdere pleeggezinnen, ben geadopteerd - die maakten dat ik even m’n weg kwijt was. Omdat ik mij niet kon herkennen in de mensen die ik zag om me heen en op tv enzo, moest ik echt zoeken naar mijn plek in de wereld. Als tiener was ik dus zo’n beetje kwaad op de wereld. Echt een pain in the ass. (lacht) 

Toen ik bij AP studeerde, was ik een van de weinige gekleurde studenten in mijn klas. Als je kijkt naar lerarenkamers zijn die helemaal niet divers. Aan de hogeschool zijn lectoren ook nog steeds voornamelijk wit. Dat is ook bij AP zo. Het is al wel beter dan vroeger, maar we zijn er nog lang niet. Er moet meer diversiteit komen onder leerkrachten. Als we dat willen veranderen, moeten we beginnen in de lerarenopleiding. En als we meer studenten van kleur willen aantrekken, moeten we ervoor zorgen dat er een veilige omgeving wordt gecreëerd voor alle studenten. Ik heb het gevoel dat ik meer kan bewaken of erop kan wijzen wat er wel/niet gedaan moet worden zodat studenten van kleur zich welkom en op hun plek voelen. Als wit persoon kan je dat gewoon veel moeilijker inschatten. 

Het ding is: als je als gekleurde leerling op school allemaal witte leerkrachten hebt en enkel in het poetspersoneel gekleurde mensen ziet, dan krijg je onrechtstreeks de boodschap mee dat dat jouw plek niet is. Dat je daar niet kan geraken. Je hebt echt rolmodellen nodig waarin je je kan herkennen. Ik kan alleen maar hopen dat ik zelf voor bepaalde leerlingen een rolmodel ben (geweest) en de boodschap kan meegeven dat je wél leerkracht of iets anders kan worden. Alles wat je wil.  

Met expliciet racisme heb ik iets minder te maken gehad, maar van microagressies heb ik wel vaak last, zoals mensen die ongewild aan je haar komen of vragen ‘waar kom jij vandaan?’. Vroeger stak ik dat vaak weg als niet-racistisch omdat het ‘makkelijker’ te dragen was, maar nu met ouder te worden erken ik het wel meer van ‘hey, dit is wel degelijk racisme en dit is echt niet oké’. Bij kinderen blijft het dunne grens: wanneer kan je hen daarmee ‘belasten’. Uiteraard moeten we hen daarin opvoeden, maar ook volwassenen moeten leren hoe ze hiermee om kunnen gaan. 

“Mijn parcours was iets moeilijker, maar ik heb er ook veel uit geleerd 

Ik moest als student werken om mijn studies te bekostigen en mijn rekeningen te betalen. Dat was heftig. Overdag volgde ik voltijds les en ’s avonds ging ik nog werken. Toen ik studeerde was er nog weinig begrip of aandacht voor werkstudenten. In de lerarenopleiding bestond enkel het voltijds dagprogramma en als werkstudent was het dus gewoon ‘trek je plan’. 

De combi werken en studeren blijft natuurlijk altijd pittig - er wordt veel zelfstudie en verantwoordelijkheid gevraagd - maar tegenwoordig bestaan er ook aparte trajecten. Dat biedt toch meer mogelijkheden. Ik vind het een enorme meerwaarde dat dit aanbod er nu wel is, want er zijn gewoon enorm veel mensen die op latere leeftijd nog een carrièreswitch kunnen of willen maken.  

Mijn sociaal leven als student was erg beperkt, want als ik niet aan het studeren was, moest ik werken. Ik had zo niet dat vrije leven en feesten. Wel een béétje natuurlijk (lacht), maar veel minder dan andere studenten. Ik heb in veel cafés gewerkt, dus op die manier zat ik ook wel een beetje mee in het studentenleven. Maar terwijl andere studenten tijd hadden om soms eens op vakantie te gaan of een break te nemen, was dat voor mij geen optie. Ik heb dat anderen nooit kwalijk genomen. Ik had gewoon een ander parcours: iets moeilijker, maar daarom niet slechter. Ik heb er ook veel uit geleerd, ben heel snel zelfstandig geworden. Dus ik zie er ergens ook de voordelen wel van in.  

ZIN IN MEER CAMPUS KLAP? 

Ontdek onze andere podcast gasten of beluister deze en andere afleveringen via Apple Podcasts - Google Podcasts - Spotify - YouTube

Gerelateerde artikels